Afgeronde deelstudie
IBA: een nieuwe behandelmethode voor dwang
GGZ Centraal en GGZ inGeest doen onderzoek naar de effectiviteit van een nieuwe behandeling voor de obsessieve compulsieve stoornis (OCS). Deze nieuwe behandeling, de Inference Based Approach (IBA) is aan 40 patiënten met OCS gegeven. Tegelijkertijd kregen 40 andere OCS-patiënten cognitieve gedragstherapie. De resultaten van deze twee behandelgroepen worden met elkaar vergeleken.
Waarom doen we dit onderzoek?
OCS, ook vaak ‘dwang’ of ‘dwangstoornis’ genoemd, treft 1-3 % van de volwassen wereldbevolking en heeft ernstige negatieve gevolgen voor zowel de patiënten als de direct betrokkenen. Op dit moment herstelt niet meer dan 50% van de patiënten met OCS van cognitieve gedragstherapie, een behandeling met medicijnen of een combinatie hiervan. Veel mensen houden dus langdurig last van deze belemmerende aandoening, vooral de patiënten met gering inzicht. Dat zijn de patiënten die hun obsessies behoorlijk geloofwaardig vinden.
In Canada werd een nieuwe psychologische behandeling voor OCS ontwikkeld, de Inference Based Approach (IBA). We willen weten of IBA een effectievere behandeling voor OCS is dan cognitieve gedragstherapie (CGT). We verwachten op basis van onderzoeksgegevens uit Canada dat IBA effectiever is dan CGT in de groep dwangpatiënten met gering inzicht.
Als blijkt dat IBA ook bij Nederlandse dwangpatiënten tot goede resultaten leidt, dan zal deze behandelmethode bij meerdere GGZ-instellingen beschikbaar worden.
Wat is IBA?
IBA gaat er van uit dat dwangpatiënten fantasie en werkelijkheid verwarren doordat zij meer geloofwaardigheid hechten aan een verhaal in hun hoofd over wat er aan de hand zou kunnen zijn, dan aan wat ze kunnen zien, horen, ruiken, voelen of proeven. In de IBA-behandeling wordt gewerkt aan de hand van observatie-, redeneer- en ervaringsoefeningen. De patiënt leert herkennen wanneer hij meer waarde hecht aan een verhaal in zijn hoofd dan aan de waarneembare realiteit van dit moment. Hij leert herkennen waarom dat verhaal zo echt lijkt, welke manieren van redeneren hem aan zijn zintuigen doen twijfelen. Hij ontdekt welk persoonlijk thema hem gevoelig maakt voor juist dit verhaal. Hij leert zijn zintuigen weer op natuurlijke wijze te gebruiken.
Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?
Om vast te kunnen stellen of IBA effectiever is dan CGT, kregen 40 dwangpatiënten IBA en 40 CGT. Beide behandelingen bestonden uit 24 sessies van 45 minuten die eens in de week werden gegeven. De resultaten van beide groepen worden met elkaar vergeleken. Deze vergelijking heeft alleen waarde als de twee groepen die behandeld worden echt vergelijkbaar zijn. Om er zeker van te zijn dat de twee onderzoeksgroepen hetzelfde waren, bepaalt niet de behandelaar of de patiënt maar een loting wie behandeld wordt met IBA en wie met CGT. Deelnemers aan dit onderzoek hebben zodoende 50% kans dat ze in de IBA-groep werden ingeloot en 50% kans dat ze in de CGT-groep werden ingeloot.
Patiënten die aan het onderzoek deelgenomen hebben en onverhoopt niet goed zijn opgeknapt, krijgen de andere therapie aangeboden. Dus degene die cognitieve gedragstherapie kreeg en nog klachten heeft krijgt achteraf IBA aangeboden en andersom.
Deelnemers?
Patiënten van 18 jaar of ouder die aanzienlijke last hadden van hun dwangstoornis en voor hun klachten behandeld willen worden, konden deelnemen. Deelname is vrijwillig. Iedereen die zich vanaf half september 2010 aanmeldden met dwangklachten bij GGZ Centraal en GGZ inGeest kon deelnemen. Wel of niet deel willen nemen aan dit onderzoek had geen enkele consequentie voor het recht op behandeling. Bereidheid tot deelname aan het onderzoek kon ook tijdens de behandeling zonder opgaaf van redenen gestaakt worden, zonder dat dit consequenties heeft. Aan deelname zijn geen kosten verbonden.
De privacy van deelnemers wordt zorgvuldig beschermd. Persoonlijke gegevens worden omgezet in codes die alleen door de hoofdonderzoeker terug te herleiden zijn naar personen.
Verantwoordelijke onderzoekers
Het onderzoek wordt uitgevoerd door drs. H.A.D. Visser (psycholoog / gedragstherapeut / onderzoeker) i.s.m. dr. H.J.G.M. van Megen (psychiater / A-opleider bij GGZ Centraal). Er wordt samengewerkt met de VU in Amsterdam en GGZ inGeest (prof. dr. A.J.L.M. van Balkom, psychiater / hoogleraar psychiatrie en dr. P. van Oppen (GZ-psycholoog / gedragstherapeut /universitair hoofddocent VU).
Correspondentie
Mw. Drs. H. Visser, Psycholoog
Johanniterlaan 5, 3841 DS Harderwijk
Email: hvisser@ggzcentraal.nl
Telefoon: 0341-462350
Download de IBA brochure hier.